17 Dec 2020

Romeinse militaire havens

Voorwoord
Tot op heden hebben we het steeds, als we Romeinse havens bespraken, gehad over civiele havens. Havens die zich voornamelijk richtten op de handel. Daarnaast waren er natuurlijk ook havens die gebouwd waren als militaire haven en thuishaven waren van de diverse oorlogsvloten van de Romeinen, de classis. Naast havens die speciaal geconstrueerd waren voor het onderhoud van een vloot waren er ook civiele havens die voorzieningen hadden om regelmatig oorlogsschepen te onderhouden. De vloot maakte trouwens, net als het landleger, gebruik van tijdelijke houten havens die na het verlaten weer werden afgebroken.
De Romeinen legden ook havens aan langs rivieren. Deze rivierhavens hadden op militair vlak vaak een dubbel doel. Ten eerste werden ze gebruikt voor de militaire organisatie, daarnaast controleerden ze de omgeving.

Wat zijn Romeinse militaire havens?
Een echte definitie van de Romeinse militaire haven valt moeilijk te geven. Wel zijn er enkele kenmerken die men verwacht terug te vinden in een militaire haven: er zijn aanlegplaatsen nodig die het liefst uit het gezicht zijn, opslagruimtes voor het materiaal en de boten. Daarnaast was er vaak een kamp in de buurt of vrije ruimtes die konden worden gebruikt voor de bevoorrading van de schepen; waar de bemanning kon rusten en wachten op nieuwe orders; waar schepen beschermd waren tegen de weersomstandigheden en waar men eventuele schade kon herstellen. Naast deze gebouwen zijn er, net als bij civiele havens, ook nog horrea (pakhuizen), thermen, kades, vuurtorens en tempels te vinden. Een goed voorbeeld hiervan is de haven van Tarraco (het huidige Tarragona) aan de oostzijde van het Iberische schiereiland (lees ook ‘Tarragona’). Tijdens de tweede Punische oorlog in 218 voor Chr. kozen de Romeinen voor deze stad als uitvalsbasis om de Carthagers te verslaan. Zij bouwden naast het bestaande dorp een legerkamp en een kunstmatige haven van waar hun schepen de Cartagers belaagden.
Bij onderzoek moet je enslotte steeds in het achterhoofd houden, dat niet enkel de vondst van militaire schepen wijst op een eventuele militaire haven. Men beschikte namelijk ook over verschillende schepen die taken ondersteunende taken uitvoerden zoals het transport van manschappen en/of goederen voor het onderhoud van de vloot en haar bemanning.

Evolutie van het Romeinse havennetwerk van de late republiek tot de late keizertijd.

Figuur 2: Slag bij Actium 31 voor Chr. 1

Op het einde van de republikeinse periode deed er zich een maritieme wapenwedloop voor. De Middellandse zee werd een belangrijk medium voor het snel verplaatsen van troepen van punt A naar punt B. Men begon zich toe te leggen op het uitbouwen van een militaire vloot om deze troepen te transporteren en te beschermen. Daarnaast moesten vijandelijke troepentransporten kunnen worden tegengehouden voor ze hun bestemming bereikten.
In deze periode beschikten de Romeinen in het westen van de Middellandse zee slechts over een beperkte infrastructuur voor hun schepen. Men vertrouwde voornamelijk op de havens en de zeevloten van hun bondgenoten in het oosten van het Middellandse zeegebied. Een grote uitzondering hierop was Brundisium. Deze haven bevond zich op een strategisch punt dat de doorgang richting de Adriatische zee, Griekenland en de oosterse wereld bewaakte. Het bezit van deze haven was dan ook van groot belang tijdens de burgeroorlogen op het einde van de republikeinse periode.
Voor de rest maakten de vloten voornamelijk gebruik van tijdelijke havens en van havens die eigenlijk gericht waren op commercieel gebruik.
In het oosten deed er zich een volledig andere situatie voor. Hier bevonden zich verschillende grote steden die wel over een eigen haveninfrastructuur beschikten en zelfs de mogelijkheid hadden om een eigen marinevloot uit te rusten en in te zetten. Met als gevolg dat degene die het oostelijke deel van de zee in bezit had, automatisch over een belangrijke maritieme macht beschikte.

Figuur 3: Agrippa.

Deze situatie zal echter veranderen door een belangrijke naam in de Romeinse maritieme geschiedenis, namelijk Agrippa2. In 38 voor Chr. verliest het triumviraat een zeeslag tegen Pompeius waarbij haar vloot verloren ging. Hierdoor deed men beroep op admiraal Agrippa om een nieuwe vloot en haveninfrastructuur uit te werken. Deze liet in 37 voor Chr. de voor die periode, belangrijke haven Portus Iulius bouwen door de architect Lucius Cocceius Auctus. (lees 'De havens van Campi Flegrei').
Reeds in 12 voor Chr. raakte deze haven door verzilting in onbruik en werd ze vervangen door nieuwe militaire havens op Italiaans grondgebied. Tegen het einde van de regering van keizer Augustus waren er militaire havens in Ravenna en in Misenum, vlak bij de voormalige militaire haven Portus Iulius. De laatst genoemde was inmiddels een commerciële haven. Verder begon men zowel op het Italiaans schiereiland als erbuiten een netwerk van havens te bouwen. Deels bestaand uit havens waar schepen konden worden gebouwd, gerepareerd en onderhouden en deels uit verscheidene 'tussenhavens' gelegen langs de zeeroutes die de mogelijkheid hadden om de schepen op hun reizen te herbevoorraden.
In het oosten van de Middellandse zee werden de vroegere zeehavens nog steeds aangedaan door militaire schepen, maar weinig van die havens zullen nog over een vaste militaire vloot hebben beschikt. Er bevond zich wel een belangrijke vloot in Alexandrië, de classis Alexandrina. Ook te Athene en Cyzicus zullen er zich nu en dan militaire vlooteenheden bevonden hebben.
Daarnaast waren er, zoals in Rhodos, Caesarea en Perinthos, nog enkele militaire bondgenoten die nog steeds over hun eigen vloot beschikten.
Tenslotte zullen zich ook nog, als gevolg van de veroveringen richting het noorden, havens manifesteren langs het rivierennetwerk van het nieuwe gebied met als hoofdplaats Keulen. In het kader hiervan zal men verschillende kampen bouwen langs de verscheidene rivieren, die door de Germaanse stamgebieden stroomden en uitmondden in de Neder-Rijn. Deze rivieren konden namelijk gebruikt worden als uitvalswegen voor de Romeinen maar ook als invalswegen voor de Germanen. Hierdoor ging men deze rivieren extra goed beveiligen. Over deze rivierhavens zullen we het later, in een vervolg artikel, hebben. In dit artikel richten we ons op een aantal van de meest bekende havens die geheel of deels gebruikt werden voor militaire doeleinden.

Figuur 4: Romeinse rivierhaven Velsen I in Nederland (design Graham Sumner)

Tegen het einde van de eerste eeuw of aan het begin van de tweede eeuw deed er zich een verandering voor in de haveninfrastructuur. Ravenna en Misenum beschikten nog steeds over een belangrijke vloot ter bescherming van Italië maar verschillende van de kleinere havens speelden geen militaire rol meer. De nadruk kwam meer te liggen op het bewaken van de grenzen. In dit kader moet men de oprichting van de classis Britannica4, de classis Pontica5 en de classis Syriaca6 plaatsen.
De laat-Romeinse periode is voor wat betreft de haveninfrastructuur, minder goed gekend. In Italië waren zowel Misenum als Ravenna nog steeds belangrijke havens. Volgens de Notitia Digitatum7 zou er ook nog een militaire haven zijn geweest in Aquileia. In het oosten van het Mediterrane gebied waren er belangrijke marinevloten te vinden te Constantinopel, Seleucia, Alexandrië en Thesaloniki. De Notitia vernoemde verscheidene militaire havens langs de rivieren in Gallië en langs de Donau. We zien dus een verdwijnen van de grote zeevloten die, via hun grote mobiliteit een groot territorium konden verdedigen. Deze werden vervangen door kleinere eenheden die slecht over een beperkt gebied opereerden. Dit bracht met zich mee dat enkele grensgebieden niet meer gecontroleerd werden door de militaire vloot en hierdoor geteisterd werden door piraten, zoals langs de Gallische, Britse en zelfs de Spaanse kust. In het Oosten werkte men echter wel nog met grote zeevloten, zoals de vloot van Constantinopel. Ook hieruit kan je de grotere macht van het Oost-Romeinse rijk ten opzichte van het vervallende West-Romeinse rijk afleiden.

Figuur 5: Artist impression van de haven van Misenum (C. Fiorentino)

Laten we om te beginnen eens diverse havens onder de loep nemen.

Romeinse militaire havens.

Alexandrië

Figuur 6: Portus Magnus (Arthur de Graauw)

In Alexandrië bestond er reeds een haven die beschikte over een eigen Ptolemeïsche vloot (zie ’Alexandrië, de grootste van alle havens’). Hoewel de eerste teksten die spreken over een Romeinse vloot in deze haven pas in de tijd van Caligula verschijnen, is het goed mogelijk dat er onmiddellijk na het verslaan van de Egyptische vloot in de slag bij Actium een Romeins vlooteskader werd onderbracht in Alexandrië.
De haven van Alexandrië werd gedomineerd door het eiland Pharos dat met het vasteland was verbonden door een verbindingsweg, Heptastadium genoemd. Deze weg maakte van Pharos een schiereiland waardoor de baai werd verdeeld in een westelijk bassin, Eusnostos (oude haven), en een oostelijk bassin, Portus Magnus (grote haven). De twee bassins waren met elkaar verbonden door twee doorgangen in het Heptastadium die voorzien waren van een overbrugging8.
Het oostelijke bassin was onderverdeeld in drie binnenhavens. De meest noordelijke bestond uit het zo genaamde 'Koninklijke bassin'. Ten zuiden hiervan bevond zich een bassin dat ten tijde van Caesar werd gebruikt als tijdelijk militaire haven. Het beschikte aan de zuidzijde over een schiereiland met aansluitend een golfbreker en twee pieren.

Sebastos (Caesarea)

Figuur 7: Haven van Sebastos


Het is maar de vraag of Sebastos wel een militaire haven was. Als Herodes, de bouwer van de haven van Sebastos (zie ‘Een Joodse haven voor de keizer’), een eigen vloot had dan zou deze mogelijk in Sebastos gestatio-neerd zijn geweest. De joodse schrijver Josephus wijst erop dat Herodes de bedoeling had om een haven aan te leggen die grote armada’s kon ontvangen. Men vermoedt dan ook dat deze haven werd aangelegd met het idee dat de vloten die op weg waren van Alexandrië naar Rome hier konden schuilen tegen eventuele stormen en andere gevaren. Er zijn echter wel enkel structuren gevonden die mogelijk wijzen op een militaire haven. Zo vond men drie rechthoekige, parallelle structuren gemaakt uit ashlar (een lokale steensoort). Ze liepen af richting het middelste bassin van de haven en worden geïnterpreteerd als scheeploodsen.
Aan de westzijde van het tempelplatform werden aan weerszijden van de trappen vier gewelfde kamers gevonden. Deze werden allen geïnterpreteerd als Horrea (pakhuizen). Er is echter geen afsluitende muur gevonden aan de westkant waardoor men vermoedt dat het ook hier wellicht om scheeploodsen gaat. Mogelijk maakte men gebruik van een houten constructie als helling tussen deze gewelfde kamers en het havenbassin. Wat deze interpretatie tegenspreekt is de afmetingen van de kamers. Deze zijn namelijk niet groot genoeg voor het bewaren van biremen9. Ze zijn wel groot genoeg voor het bewaren van kleine galeien. Er zijn echter geen harde bewijzen, noch in historische, noch in archeologische bronnen die uitwijzen of de haven van commerciële of militaire aard was.

Portus en Ostia

Figuur 8: Rivierhaven van Ostia.10

Ostia was een belangrijke militaire haven tijdens de republikeinse periode. Zoals we kunnen lezen in ons artikel ‘Een haven voor Rome’ was volgens Quintus Ennius11 Ostia in eerste instantie gesticht als marine basis tegen aanvallen vanaf zee. In de keizerlijke periode gingen de commerciële activiteit in de haven echter een hoofdrol spelen. Dit betekent niet dat er zich toen geen militaire schepen meer bevonden te Ostia. Deze haven speelde namelijk een belangrijke rol bij de verdediging van de hoofdstad van het Romeinse rijk.
Recent onderzoek heeft uitgewezen dat, naast de mogelijke aanwezigheid van oorlogsschepen in het nabij gelegen Portus, er zich ook mogelijk vanaf het jaar vijftig militaire schepen bevonden bij de rivierhaven in Ostia12. De vraag is nu echter waar de structuren zich bevonden die nodig waren om de aanwezigheid van deze schepen te ondersteunen?
De rivierhaven van Ostia was een kunstmatige inham in de Tiber van zo’n 100 meter met een lengte van 160-180 meter. Aan de oostzijde van dit bassin bevond zich een groot terras dat gebouwd was op gewelfde ruimtes. Op het terras stond een tempel. De ruimtes aan de westkant kwamen uit op de Tiber en hadden een breedte van vijf meter en een hoogte van 4.5 meter. Met deze afmetingen waren deze kamers niet geschikt voor het onderhoud van zeeschepen. Waarschijnlijk werden deze twaalf kamers gebruikt voor het onderhouden van kleinere oorlogsschepen die bedoeld waren voor het beschermen van de monding van de Tiber.
Verdere aanwijzing voor de interpretatie als scheepshuizen komt voor uit de tweede kamer aan de westzijde, gezien vanaf de zuidkant. In deze ruimte vond men namelijk de aanzet van een scheepshelling die afliep in westelijk richting en stopte aan het water. Dat er in Portus oorlogsschepen lagen is bijna wel zeker maar over de locatie van die militaire vlooteenheid is op dit moment niets met zekerheid te zeggen13.

Ancona

Figuur 9: De marine in de haven van Ancona (Zuil van Trajanus in Rome)

Ancona is een kunstmatig aangelegde haven langs de Adriatische kust, die mogelijk ook door de Romeinse marine gebruikt werd (lees: ‘De elleboog die heerst over de Adriatische Zee’). Vanuit deze haven zou Trajanus, volgens diverse onderzoekers, zijn uitgezeild op zijn tweede campagne tegen Dacia. Deze hypothese is gebaseerd op een scene van de zuil van Trajanus. Andere onderzoekers denken dat het hier gaat om de haven van Brundisium14.
Volgens Livius beschikte Ancona tijdens de Illyrische oorlog van 178 voor Chr. over een marinebasis:”profectus ab Aquileia consul castra ad lacum Timaui posuit; imminet mari is lacus. eodem decem nauibus C. Furius duumuir naualis uenit. aduersus Illyriorum classem creati duumuiri nauales erant, qui tuendae uiginti nauibus maris superi orae Anconam uelut cardinem haberent.15
Waarschijnlijk werd de haven van Ancona gebruikt door de vloot van Ravenna.

Ravenna

Figuur 10: De haven van Ravenna in de eerste eeuw na Chr.

Twee bronnen uit het einde van de twaalfde eeuw vertellen ons dat al onder Julius Caesar havenwerken zijn uitgevoerd te Ravenna. Ravenna was namelijk het hoofdkwartier waar Caesar zijn legioenen samentrok tijdens zijn onderhandelingen met de Romeinse Senaat alvorens hij de Rubicon overstak.
Na de moord op Caesar heeft ook zijn opvolger Augustus gebruik gemaakt van deze haven. Hij bouwde er tussen 39 en 38 voor Chr. een deel van zijn vloot. Vervolgens stationeerde Augustus in Ravenna één van zijn twee vloten, degene die verantwoordelijk was voor de verdediging van het Italiaanse schiereiland.
Door de nabijgelegen bossen was deze haven uiterst geschikt voor het aanleggen van scheepswerven voor zowel de nieuwbouw als voor de reparatie van schepen. De stad werd dan ook bekend om haar scheepsbouw. De keuze voor Ravenna voor de bouw van een militaire haven is niet vreemd. Naast de locatie aan zee lag het ook in een moeras gebied. Door dit moeras liep slechts één weg waardoor de haven zeer goed te verdedigen was tegen eventuele aanvallen over land.
Een kanaal, de Fossa Augusta, verbond de rivier de Po met Ravenna. Deze zou in het begin van de jaren twintig voor Chr. gegraven zijn om de monding van de rivier te ontwijken omdat deze moeilijk te bevaren en gevaarlijk was.
Het gebied leek wat op een lagune met bewoonde eilandjes. Tussen deze eilandjes waren meertjes die gebruikt konden worden als havenbekkens. In de vroege keizertijd bestond de lagune uit minstens twee belangrijke bekkens. De eerste bevond ten zuidwesten van de antieke stad. Ten oosten daarvan bevond zich het tweede bekken dat, via een natuurlijk kanaal, toegang gaf tot zee. Hier zijn bij opgravingen sporen gevonden van de haven uit de tijd van Augustus. De haven is volledig omgeven door grafvelden. De opschriften op de graven laten zien dat er een militaire vloot was te Ravenna. Tussen de zee en het havenbekken bevond zich ook nog de classe (naam van het stadsdeel waar de haven zich bevond).  Mogelijk was deze omringd door een muur.

Figuur 11: Restanten van de haven16

Op een van de grotere eilanden werd een gebouw aangetroffen met loodrecht op elkaar staande muren met een afmeting van honderd bij zesenvijftig meter. Deze constructie werd door velen geïnterpreteerd als de mogelijke vlootbasis. Het grondplan van het bovengenoemde kamp lijkt echter eerder op de plattegrond van een Horreum. Dit sluit echter nog niet uit dat het toch om een gebouw met een militaire functie zou gaat. Maar de afmetingen van het gebouw sluiten wel uit dat het zou gaan om een castrum (traditioneel militair kamp). Uit een inscriptie te Populonia en een papyrus gevonden te Fayoum blijkt namelijk dat er zich een kamp van het castrum-type bevond te Ravenna. Bij deze haven is het, net zoals bij zoveel havens, echter niet zeker of het enkel over een militaire haven gaat. Het is goed mogelijk dat de haven ook gebruikt werd voor economische doeleinden. Ook de classe zelf blijft de gehele Romeinse tijd in gebruik. Bewijs hiervoor wordt geleverd door een mozaïek gevonden in de San Apollinare Nuovo. We zien hier de haventoegang bewaakt door twee vierkante wachttorens met ruimte voorzien voor het plaatsen van geschut. In de haven liggen echter vrachtboten. Hieruit blijkt dat de haven tegen deze periode dus zowel voor militaire als voor commerciële doeleinden werd gebruikt.

Figuur 12: Sant’Apollinare Nuovo – De haven van Classis17

Portus Iulius

Figuur 13: Portus Iulius (een groot deel ligt onder water)

In de lente van het jaar 38 voor Chr. dreigde de vloot van Octavianus te vergaan, omdat men niet beschikte over een goede thuishaven waar de vloot na de zeeslag tegen Sextus Pompeius18, zich kon terugtrekken. Men had behoefte aan een haven in de operatiezone van de vloot.
Octavianus had de strijd tegen de piraten op de Middellandse zee toevertrouwd aan Agrippa. Deze koos de regio van de meren Lucrinus en Avernus voor het bouwen van een haven, de Portus Iulius. Het Lucrinus meer was door een smalle, door stormen geteisterde kuststrook, gescheiden van de zee. Agrippa bouwde een dam op deze kuststrook en maakte een opening van het meer naar de baai van Puteoli. Langs de andere zijde van het meer maakte hij een opening naar het meer van Avernus. Deze dam kreeg de naam Opus Iulium. Zo creëerde hij een haven met twee bekkens die, door middel van deze dam, een goede bescherming boden tegen de stormen.
Tegenwoordig lijkt het meer vrij klein en daardoor niet geschikt voor het aanleggen van een vloothaven. Het meer was in de oudheid vele malen groter maar is echter aanzienlijk verkleint als gevolg van een vulkaanuitbarsting in 1538.
De doorgang tussen de open zee en het Lucrinus meer werd verzekerd door middel van drie overbrugde doorgangen. Een tweetal gevonden tunnels waren waarschijnlijk ook aangelegd door Agrippa. De eerste zou een verbindingstunnel zijn geweest tussen Portus Iulius en de nabijgelegen haven van Cumae. Het gaat om “la grotte de Coceius”. Het betreft een tunnel van een kilometer lang die breed genoeg was om een kar doorgang te verlenen. Het was waarschijnlijk aangelegd om de vloot te kunnen herbevoorraden via het Miseense schiereiland zonder de gevaarlijke kaap van Misenum te moeten ronden, waardoor men zich blootstelde aan de vloot van Pompeius die zich bevond op het eiland Ischia.
Ook de “grotte de la Sibylle” moet in hetzelfde licht gezien worden. Het gaat om een 203 meter lange en 3,60 tot 3,80 meter brede tunnel die in de communicatie tussen beide havenbekkens zou hebben voorzien. Deze theorieën moeten echter nog archeologisch worden bevestigd.
Via luchtfotografie ontdekte men op de bodem van het Lucrinus meer, in het water verzonken havenconstructies. Men herkende er een externe dijk, een ingangskanaal en verschillende winkels aan de rand van de havenbekkens. Daarnaast blijkt uit de foto’s dat vele van de gebouwen uit baksteen zijn gemaakt. Deze zouden afkomstig kunnen zijn uit de tijd van Augustus of wellicht iets jonger, maar mogelijk is geen enkel van de gevonden gebouwen toe te schrijven aan het Portus Iulius van Agrippa.
Volgens Strabo19 was het Lucrinus bekken tegen het jaar achttien na Chr. niet meer geschikt voor grote, zware schepen en werd het weer, net als voor de bouw van de haven door Agrippa, gebruikt als oesterkwekerij. Het meer had sterk te leiden onder verzanding en werd Volgens Plinius de oudere onder Claudius zelfs weer afgesloten van de zee door middel van dammen.
Waarschijnlijk was de inrichting van de haven als militaire basis slechts van tijdelijke duur en waren de structuren die hiermee verband hielden dan ook uit hout opgetrokken.

Forum Iulii

Figuur 14: Forum Iulii 20

Forum Iulii, het huidige Frejus aan de Franse zuidkust, speelde in het begin van het Romeinse Keizerrijk een belangrijke rol als vloothaven. Forum Iulii werd tussen 31 en 27 voor Chr. een veteranenkolonie met de naam ‘Octavanorum colonia quae paceensis appellatur et classica’.
In het jaar 31 bracht Octavianus een deel van de vloot onder in Forum Iulii. Tijdens het tweede triumviraat speelde deze haven voornamelijk een rol als basis voor acties tegen Sextus Pompeius18. Ook na de overwinning van Ocatvianus op Marcus Antonius zouden er zich militaire eenheden bevonden hebben te Fréjus. Ze zouden een logistieke rol gespeeld hebben in het bevoorraden van de legioenen die zich in Gallië bevonden. Er zijn uit inscripties namen van twee soldaten bekend die afkomstig zouden zijn uit deze haven. Strabo spreekt ook nog over de aanwezigheid van een vloot te Fréjus in zijn tijd. Ook in de onrustige tijden na de dood van Nero blijkt dat, wanneer het Forum Iulii in Flavische handen komt, het nog steeds over een vloot beschikte. Na deze periode werd deze waarschijnlijk verplaatst. Na het jaar 69 zou de haven haar bestaansrecht hebben verloren.

Misenum

Figuur 15: Misenum

Misenum wordt beschouwd als de belangrijkste militaire haven van Italië. Over de stichtingsdatum van deze haven is echter geen zekerheid. In de teksten van de Romeinse geschiedschrijvers Suetonius en Tacitus wordt verondersteld dat de haven is gesticht door keizer Augustus. Als terminus post quem (ondergrens) nemen we het jaar 31 voor Chr. Voor de slag bij Actium, was de belangrijkste haven namelijk die van Forum Iulii. Er zijn dan ook geen aanwijzingen die zeggen dat de haven voor deze datum zou zijn gesticht. Als terminus ante quem (bovengrens) wordt 12 voor Chr. naar voor geschoven. Dit is het jaar waarin Agrippa sterft. Men veronderstelt dat Agrippa verantwoordelijke was voor de bouw van Misenum omdat de haven, net als Portus Iulius, namelijk bestond uit een binnenmeer met een natuurlijke voorhaven, die doorgang gaf naar de open zee. Hoewel deze havens dus op elkaar lijken is er geen hard bewijs dat Agrippa ook inderdaad Misenum heeft gebouwd. Uit geschreven bronnen weten we dat er zich zowel een militaire basis als een civiele nederzetting bevond te Misenum. Het is niet uitgesloten dat beide type nederzettingen in elkaar overliepen.
Bij opgravingen werd een theater gevonden dat aantoonde dat op de kaap van Misenum het civiele gedeelte van de stad lag. Over de locatie van de vloothaven is echter nog discussie. Miliscola wordt wel genoemd als een mogelijke locatie. Deze plaatsnaam wordt namelijk geïnterpreteerd als een samentrekking van de Latijnse woorden Militum Schola, die de militaire functie van de zone lijkt te bevestigen.

Aquileia

Figuur 15: Binnenhaven van Aquileia21

Aquileia ligt aan de kop van Adriatische Zee achter de lagunes en verbonden met de zee door de rivier Natiso. Omstreeks 181 voor Chr. gebouwd als een grensfort werd het al snel een belangrijke handelshaven, mede omdat er vele wegen vanuit hier liepen naar zowel het zuiden en westen van Italië als naar het noordoosten. Men mag dus veronderstellen dat er zich ook een militair detachement bevond in de haven. Aanwijzingen hiervoor zijn verscheiden grafinscripties die verwijzen naar de vloot en de eerder genoemde Notititia Dignitatum. Hieruit blijkt dat in de laat-Romeinse tijd de haven over een eigen vloot beschikte, de classis Venetum, die opereerde in het Noorden van de Adriatische zee en zorgde voor de communicatie met de keizerlijke hoofdsteden in de Po-vallei (Ravenna en Milaan) en met Dalmatië.
Nu is de vraag in hoeverre de haven werd gebruikt voor militaire doeleinden in de periode tussen Augustus en de laat-Romeinse periode. Gevonden inscripties laten een grote verscheidenheid aan militaire rangen zien, van de milites (grondtroepen) tot aan de trierarchia (commandant van een trireem22). Qua datering zijn ze allemaal te plaatsen in de eerste eeuw na Chr. Volgens sommige onderzoekers zouden deze graven eerder in verband moeten worden gebracht met personen die gestorven zijn op patrouille en vervolgens begraven zijn in Aquileia. Ook komen er drie graven voor van veteranen van de vloot uit Ravenna. Uit de datering blijkt in elk geval niet dat er na de eerste eeuw, en zeker niet na de Julio-Claudius periode, een vlooteenheid te vinden was in Aquileia.

Figuur 16: Artist impression Aquileia (Jean-Claude Golvin)

Waar zou deze mogelijke haven van Aquileia gelegen kunnen hebben? Er wordt wel geopperd dat Grado dienst gedaan zou hebben als zeehaven.
De enige haven die we kennen is echter de rivierhaven van Aquileia. Deze bestaat uit een achtenveertig meter breed en 330 meter lang kanaal, dat van water werd voorzien vanuit de rivier Natiso. Deze lag ten oosten van de stad en volgens Strabo op een goede elf kilometer van zee. Dit havenkanaal lijkt echter voornamelijk een commerciële functie te hebben gehad. Er zijn hier dan ook geen aanwijzingen gevonden dat deze haven gebruikt zou zijn geweest voor militaire doeleinden.

Centumcellae
Centumcellae, het huidige Civitavecchia, was vermoedelijk een tweede basis van zowel de vloot van Misenum als die van Ravenna. Dit blijkt uit een twintigtal inscripties die er gevonden werden.
De haven zou gesticht zijn door Trajanus (lees 'Centumcellae, de haven van Trajanus'). Ten zuiden van het fort Michelangelo uit 1508 heeft men bij opgravingen muren gevonden die loodrecht waren geplaatst op het bekken. Men vond er resten terug van mozaïeken, schilderingen en marmer. De hypothese van deze structuur is dat men hier te doen heeft met de navalia (werven) en de verblijfsplaatsen voor de officieren die het gezag uitoefenden over de schepen die gelegen waren in Centumcellae.

Tarracina

haven impressie crop
Figuur 17: Impressie van de haven van Tarracina

Deze haven aan de Tyrreense kust ten zuiden van Rome, werd gebouwd onder keizer Trajanus op de plaats waar waarschijnlijk een kleine lokale haven lag. Antonius Pius verbouwde deze haven om zo een tussenstation te creëren voor de vloot uit Misenum.
Het bekken van deze kunstmatige haven werd gevormd door twee dijken die vanaf de kust de zee instaken (lees ook ‘Tarracina, de vierde haven van Trajanus’)

  

 

 

Andere Mediterrane miliaire vloothavens.
De hierboven genoemde havens zijn slechts een selectie van de voornaamste militaire havens. Natuurlijk waren er nog veel meer havens met een militaire functie zoals Puteoli, Trapezus, Antium en Pompeiopolis. Brundisium was een belangrijke militaire haven tijdens de republikeinse periode en de burgeroorlogen. Haar militair belang zou echter afnemen als gevolg van de stichting van een militaire haven te Ravenna.

Figuur 18: Aquarel van Carthago (Tunesië)23

Ook Marseille en Carthago speelden een rol als militaire haven voor de periode die hier besproken werd. De vloot van Marseille werd verslagen door Caesar in het jaar 49 voor Chr. De haven, gelegen bij La Bourse, kreeg onder Romeins bestuur een commerciële functie.
In Carthago bevonden zich twee havens. Een cirkelvormige en rechthoekige haven die aan elkaar verbonden waren. Tijdens de Punische periode beschikte de haven over 140 scheepshuizen en plaats voor 220 schepen. De haven werd opnieuw in gebruik genomen toen de Romeinen er een nieuwe stad bouwden. Onder keizer Augustus werd de haven uitgebaggerd. Het lijkt er echter op dat de haven in de Romeinse tijd meer een commerciële functie uitoefende.

Algemene kenmerken
Militaire havens waren in het Romeinse rijk, tot aan het begin van de burgeroorlogen voorafgaande aan de Romeinse keizertijd, een uitzondering. Als gevolg van deze burgeroorlogen was men echter genoodzaakt de eigen militaire vloot uit te bouwen en dien ten gevolge meerdere militaire havens te bouwen. Dat men hoge nood had aan deze havens valt af te leiden uit de bouw van de havens Forum Iulii en Portus Iulius. Beide havens zijn maar kort gebruikt, de militaire infrastructuur te Portus Iulius was vermoedelijk zelfs uit hout opgetrokken wat duidelijk wijst op de tijdelijke gebruiksduur van de haven. Forum Iulii lijkt gebouwd te zijn voor een iets langere gebruiksduur, hetgeen merkbaar is aan de verschillende steensoorten van deze haven die ook nu nog zichtbaar zijn in het landschap. Voor het jaar 69 voor Chr. kon beginnen, werd deze haven reeds opgegeven, waarschijnlijk werd ze dan ook verlaten ten voordele van de nieuwgebouwde militaire havens van Ravenna en Misenum. Deze havens werden de belangrijkste militaire haven van het Romeinse Rijk.

Figuur 19: Reconstructie van de navalia in Portus

De bijhorende militaire kampen zijn zeker niet bij alle havens zo goed gekend. Nochtans weet men dat ook de marine beschikte over legerkampen. Ze hadden een omwalling met torens, twee hoofdwegen, gemeenschappelijke gebouwen en barakken. Deze havens lagen logischerwijs ook in de buurt van de haven zelf. In Latijnse teksten maakt men gebruik van de term Textrinum (weverijen voor o.a. touw), wat wijst op gebouwen voor de samenstelling en uitrusting van schepen. Daarnaast spreekt men ook nog van Navalia (bootloodsen). Meestal spreekt men ook over Navalia om te verwijzen naar de volledige infrastructuur en ook wordt dr term wel gebruikt voor niet-militaire havenstructuren.
Waarschijnlijk mogen we de slag bij Actium (2 september 31 voor Chr.) beschouwen als de laatste zeeslag waar men gebruik maakte van zware vaartuigen waarmee men elkaar ramde. Deze werden bewaard in grote opslaghuizen waar ze droog bleven staan tot ze gebruikt moesten worden voor een zeeslag (zie video). Ze werden in de Romeinse keizertijd vervangen door lichte, bewegelijken vaartuigen met soldaten aan boord. Wanneer men dicht genoeg bij het vijandelijk schip kwam kon men houten bruggen tussen de eigen en de vijandelijke boot plaatsen om zo de boot te enteren.
Het gebruik van kleinere, lichtere vaartuigen had ook zijn weerslag op de constructie van de havens. Zo zou volgens Raban, als gevolg van het gebruik van kleinere vaartuigen, geen navalia meer gebruikt worden in Romeinse havens.

Figuur 20: Mozaïek in villa La Grange du Bief 24

Ook Reddé vroeg zich af of deze navalia/textrinum voorkwamen in de keizertijd. Als belangrijkste bewijsmateriaal verwijst hij naar iconografisch bewijs zoals een mozaïek gevonden bij de Via Ardeatina, een andere gevonden te Pompei en het “La Grange du Bief” – mozaïek uit een villa ten noorden van Lyon, die deze gebouwen zouden afbeelden. Deze afbeeldingen stammen echter alle uit de republikeinse periode, met uitzondering van de La Grange du Bief mozaïek, die door Guey J. (Frans historicus) werd gedateerd in het begin van de tweede eeuw, maar anderen dateerden het mozaïek aan het eind republikeinse, begin Augustijnse periode.

We spraken al over havens buiten het Middellandse Zee gebied en langs de diverse rivieren. Deze zullen we, zoals reeds eerder gezegd, later in een volgend artikel over militaire havens behandelen. 

    • Sources
    • - Masterproef Alexander Cattrysse: Vergelijkende studie van de Romeinse militaire haveninfrastructuren (eerste eeuw voor Chr. tot de tweede eeuw na Chr.) Gent 2009/2010
    • - Reddé M. 1986. Mare Nostrum. Les infrastructures, le dispositive, et l’histoire de la marine militaire sou l’empire Romain, Ecole Française de Rome, Palais Farnèse: Rome.
    • - Van Daele B. 2006. De Romeinse marine. Davidsfonds: Leuven.
    • - Van Tent W.J. . 1994. Vechten – Fectio in Van Es W.A. & Hessing W.A.M. 1994. Romeinen, Friezen en Franken in het hat van Nederland, van Traiectum tot Dorestad 50 voor Chr. tot 900 n.c. Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek: Amersfoort
    • - Konen H.C. 2000. Classis Germanica: die römische Rheinflotte im 1.-3. Jahrhundert n.Chr.,Pharos: Studien zur griechisch-römischen Antike Band XV. Scripta Mercaturae Verlag: St. Katharinen.
    • - Oleson J.P. & Branton G. 1992. The technology of king Herod’s harbour in Vann R.L. (ed.). Caesarea papers: Straton‟s tower, herod‟s harbour, and Roman and Byzantine Caesarea, Journal of Roman Archaeology, supplementary series number 5: 49-67
    • - Viereck H.D.L. 1975. Die römische flotte: Classis Romana. Koehlers Verlagsgesellschaft mbH: Herford.
    • - Rivet. A.L.F. 1988. Gallia Narbonensis: Southern France in Roman Times. B.T. Batsford Ltd: London
    • - Raban A. 2009. The harbor of Sebastos (Caesarea Maritima) in its Roman Mediterranean Context, BAR International Series 1930. Hadrian Books Ltd: Oxford.


    • Notes
    • 1:Slag bij Actium van Lorenzo A. Castro (1664 -1700); National Maritime Museum
    • 2: Marcus Vipsanius Agrippa (63 v.Chr. – 12 v.Chr.). Romeins generaal
    • 3: Foto Agrippa: Louvre. Copyright-Wikipedia (Shawn Lipowski)
    • 4:De Classis Britannica was de Romeinse militaire vloot aan het Kanaal, hoofdzakelijk bedoeld om de vaarwegen tussen de provincie Britannia en het Europese vasteland te beschermen. De belangrijkste bases van de vloot bevonden zich in Gesoriacum (Boulogne-sur-Mer), het hoofdkwartier van de vloot, en Portus Dubris (Dover).
    • 5:De Classis Pontica was een provinciale vloot, aanvankelijk opgericht door Augustus en vervolgens permanent door Nero (rond 57) gestationeerd in de Zwarte Zee.
    • 6:De Classis Syriaca was een provinciale vloot opgericht door Tiberius of Vespasianus. Ze had de taak om de noordoostelijke Middellandse Zee langs de kusten van Syrië, Judea en Zuid-Klein-Azië te bewaken.
    • 7:De Notitia dignitatum, de "Lijst van Dignitarissen", is een overzicht van alle administratieve en bestuurlijke functies en hun wapens in het Romeinse Rijk uit de vroege vijfde eeuw na Chr.
    • 8:Strabo 17, I: 6-9 & 10 en Raban, 2009: 153-154.
    • 9:Bireem – oorlogsschip dat werden voortbewogen door roeiers verdeeld over twee niveaus
    • 10: Lees ook: ‘De eerste haven van het antieke Rome’.
    • 11: Quintus Ennius (239-169 v.Chr.); een Latijns dichter.
    • 12: Heinzelmann & Martin, 2002: 16.
    • 13: Lees ook: ‘Portus, de keizerlijke haven van Rome’.
    • 14: Reddé, 1986: 218
    • 15: Livius xli.i - Vertaling: De consul, vertrokken uit Aquileia, sloeg een kamp op bij het meer van Timavus; dit meer ligt aan zee. Daarheen kwam de vlootvoogd voor de schepen, Gaius Furius, met tien schepen. Om de vloot van de Illyriërs aan te kunnen vallen waren er twee vlootvoogden voor de schepen benoemd, die Ancona hadden als centrum, om met twintig schepen de kust van de Adriatische zee te bewaken.
    • 16: Foto: www.ravennantica.it
    • 17: Foto: https://www.foodandsoon.com
    • 18:Sextus Pompeius Magnus Pius, kortweg Sextus Pompeius (ca. 68 v.Chr. - Milete, 35 v.Chr.) was een Romeins veldheer. Hij verzette zich vanaf de moord op zijn vader, Gnaeus Pompeius Magnus, in 48 v.Chr. tegen Gaius Julius Caesar en later tegen het Tweede Triumviraat. Met hem stierf het verzet tegen het Triumviraat.
    • 19: Strabo (ca. 64 v.Chr. – ca, 24 na Chr.)- Grieks historicus, geograaf en filosoof
    • 20: Forum Iulii artist impression : The French History Podcast
    • 21: Foto: A. Ocram (Wikipedia)
    • 22: Trireem– oorlogsschip dat werden voortbewogen door roeiers verdeeld over drie niveaus
    • 23: Foto: www.reddit.com
    • 24: Foto: Albert Samuy en Arsène Perez

 

Waardeert u ons werk?

Wordt lid van Roman Ports en ontvang het boek of doe een donatie!

Wordt lid en steun ons
Recente artikelen & projecten

De teruggevonden vloot van Pisa

De teruggevonden vloot van Pisa

 

In 1998 werd bij toeval een ongelooflijk archeologisch erfgoed ontdekt in de buurt van het station Pisa San Rossore....

Lees meer...

Leptiminus

Leptiminus

Op de plaats van het huidige Lamta aan de oostkust van Tunesië lag al in de oudheid een havenstad met de naam Leptis Minor ....

Lees meer...

Romeins Zeehandelsrecht

Romeins Zeehandelsrecht

 

Het Romeinse recht is het fraaiste monument dat Rome aan West-Europa heeft nagelaten....

Lees meer...

Sullecthum (Salakta)

Sullecthum (Salakta)

In de Sahel, in de Tunesische provincie Madhia vinden we aan zee het kleine stadje Salakta....

Lees meer...

Colonia Julia ad Turrem Libisonis

Colonia Julia ad Turrem Libisonis

.....waarschijnlijk gesticht door Julius Ceasar in het noord-westen van Sardinië.

Lees meer...
Laatste nieuws

About Roman Ports

Amor and PsycheWe are committed to providing versions of our articles and interviews in several languages, but our first language is English.

Please become a member of the Facebook group, which is our main communication platform. There you can learn about upcoming events and items of interest, post your own photos, or share any stories or general questions you may have.

If you have specific questions about our organisation, questions about financial issues, if you would like to assist in the production of our online magazine, or if you have specific requests or ideas for content, use our contactform below. You can contact us in any language!