30 Jan 2024

Colonia Julia ad Turrem Libisonis

In 2017 schreef Ahmed Fergiani in een artikel in ons magazine over de belangrijkheid van de Fenicische wortels van de Romeinse zeevaart in de Middellandse Zee en in het bijzonder voor de havens op Sardinië1. Nu, na zes jaar, wordt het hoogtijd om die Sardijnse havens, zoals Nora, Turris Libisonis, Olbia, Tharros en Caralis, eens nader te beschouwen. Vandaag beginnen we met het huidige Porto Torres ofwel, zoals de Romeinen deze stad noemden:

Colonia Julia ad Turrem Libisonis 

Figuur 1: Havens op Sardinië

 

Turris Libisonis, waarschijnlijk gesticht door Julius Ceasar rond 46 voor Chr, was gelegen in het noord-westen van Sardinië. Het was een originele Romeinse stad die als eerste op het eiland de status Colonia Julia (kolonie van Julius Caesar) kreeg. Plinius de oudere2 schreef in zijn Naturalis Historia over Sardinië:
“…..colonia autem una que vocatur ad Turrem Libisonis” (…terwijl er maar één kolonie is, genaamd Turris Libisonis), waarmee hij lijkt te suggereren dat er voorheen op die locatie geen andere stad stond3.

Figuur2: Necropolis van Su Crucifissu Mannu bij Porto Torres4

In de omgeving zijn echter wel prehistorische begraafplaatsen van 3 à 4.000 jaar voor Chr. gevonden waaruit blijkt dat er al eeuwen voor de komst van de Romeinen mensen hadden gewoond.
Volgens overlevering zou Caesar in de zomer van 64 voor Chr, onderweg van Afrika naar Rome, bij verschillende kustplaatsen op Sardinië zijn gestopt om zijn triomf na de slag van Thapsus5 te vieren. Hij koos het eiland waarschijnlijk omdat het bij storm een goede schuilplaats bood aan schepen die de waterweg tussen Corsica en Sardinië bevoeren, richting het Iberische schiereiland. De kolonie, gevestigd in de Golf van Asinara, werd bevolkt met veteranen die, zoals Cicero in één van zijn brieven vermeldt, merendeels kwamen uit de Romeinse stadsdelen Collina, Esquilina, Palatina en Suburana6. Afgezwaaide veteranen kregen elk een stukje land en er werd een stad gebouwd om in te wonen. Turris Libisonis7 lag op de plek waar de Rio Mannu uitmondde in de Middellandse Zee en was derhalve geschikt als zeehaven zowel als rivierhaven.
Naast het veel bescheidener Uselis was Turris de enige andere stad op Sardinië waar uitsluitend Romeinse burgers woonden8.

Figuur 3: Turris ten tijde van keizer Augustus9

 

De ontwikkeling
Tussen het einde van het Republikeinse tijdperk en het tijdperk van Augustus was de stad uitgerust met een belangrijke weg- en haveninfrastructuur, een aquaduct en een eerste badhuis volgens typisch Romeinse stedenbouwkundige en architectonische principes. Archeologische opgravingen hebben een regelmatige stedelijke lay-out onthuld, gemarkeerd door straten (decumani en cardines) die elkaar in een rechte hoek kruisden en georiënteerd waren op de windstreken.
Er zijn echter nauwelijks sporen van de vroegste Romeinse bewoning terug te vinden in het huidige Porto Torres. Dat geldt niet voor de perifere gebieden waar, met name onder de later gebouwde begraafplaatsen, sporen van woningen en pakhuizen, gebouwd tijdens de grote uitbreiding in de Severiaanse periode (3e eeuw na Chr.), zijn teruggevonden.

Figuur 4: Epigraaf gevonden bij het douane-gebouw10

Veel over de geschiedenis van het Romeinse Turris Libisonis kan worden gereconstrueerd met behulp van een veelheid aan literaire, archeologische en epigrafische bronnen. Het indrukwekkende archeologische bewijs is overigens maar gedeeltelijk is onderzocht. De overvloedige epigrafische documentatie verschaft ons informatie over het leven in de stad, dankzij een reeks van meer dan 160 inscripties, waarvan twee in het Grieks.





Een van de gevonden inscripties is een plaquette met de volgende opschrift:

D(is) M(anibus)
FLAVIA F AMOEBE
T(itus) AELIVS AVG(vsti) LIB(ertvs) VIC
TOR PROC(vrator) RIPAE

Een grafopschrift uit de 2e eeuw voor Chr. voor Flavia Amoebe geplaatst door haar echtgenoot Titus Aelius, een vrijgemaakte keizerlijke slaaf. Een ander opschrift is gevonden in het Romeinse havenbekken bij het douanegebouw:

PROC(vrator) RIPAE TVRR(itanae/[---] VM
P(ecunia) S(va) F(ecit)M

Dit tweede opschrift refereert aan een (niet bij naam genoemde) ambtenaar uit de gegoede burgerij die belast was met controle op het scheepvaartverkeer en het innen van de douanerechten. De twee opschriften vermelden beide de functie van de twee hoofdrolspelers (procurator Ripae11) en laten duidelijk zien dat het intensieve handelsverkeer van de kolonie een precieze organisatie van de havenactiviteiten vereiste waarover een keizerlijke ambtenaar met de titel van ‘Procurator ripae Turritanae’ de controle uitvoerde. Deze ambtenaar had administratieve bevoegdheden over de haven van Turris, waarschijnlijk oorspronkelijk aan de monding van de Rio Mannu en later uitgebreid naar het zeehavengebied aan de noordzijde van de stad.
Dat er nauwe banden met Rome waren blijkt uit het bekende mozaïek van zwarte en witte tesserae12 dat ontdekt is op het plein van de Corporaties in Ostia, dat dateert uit het einde van de 1e eeuw na Christus, waarop een oneraria schip13 met uitgevouwen zeilen en dubbel roer is afgebeeld, met daarboven een inscriptie die herinnert aan de Turritaanse navic(ularii), transportondernemers en eigenaars van een permanent agentschap in Ostia, vergelijkbaar met die van andere maritieme steden.

Figuur 5: Statio 19 op de Piazzale delle Corporazione te Ostia14
Onder de eerste getuigenissen van de overzeese handel inTurris (1e eeuw na Chr.) bevinden zich wijnamforen uit Italië en amforen waarin waarschijnlijk fruit afkomstig van het schiereiland zat. Uit dezelfde periode hebben we ook geïmporteerde wijn uit Tarraco en vissauzen uit Beatica, beide in het huidige Spanje.
Maar Sardinië werd vooral beschouwd als een van de graanschuren voor Rome. Het graan werd vervoerd in grote canvaszakken en geplaatst in pakhuizen, horrea genaamd, in afwachting van export. Het lijkt erop dat ook graniet uit Gallura, levende paarden en varkensvlees werden geëxporteerd.
Tijdens de 2e eeuw na Christus handelde Turris Libisonis met Gallië in wijn en in de 3e eeuw na Chr. in olie met Baetica.
Figuur 6: Anker onderdelen in het Antiquarium Turritano

Sommige wrakken en verschillende ankerstronken en loden ankers die op korte afstand van de monding van de Rio Mannu zijn gevonden, getuigen van het bestaan van intensief scheepsverkeer in de Golf van Asinara, ook in verband met de visserij en de kleine commerciële scheepvaart.
Op het hoogtepunt van zijn ontwikkeling, tussen het einde van de 2e en 3e eeuw. AD bloeide de bovengenoemde haven nog meer dankzij de maritieme handel, de graan- en veeteelteconomie, de visserij, mijnbouw en ambachtelijke activiteiten.
De beweging van het havenbekken, die plaatsvond in het Severiaanse tijdperk (eind 2e - begin 3e eeuw na Christus), zou overeenkomen met een nieuw stadsplanningsprogramma, waarbij het centrum zich naar het oosten uitbreidde, met het forum ten zuiden van het huidige dok en in de buurt van de pakhuizen (horrea).
Tijdens de 4e eeuw na Christus bleef Turris Libisonis de belangrijkste haven van Noord-Sardinië en maakte nog steeds deel uit van de routes die Afrika en het schiereiland Italië omvatten, maar ook de noordelijke markten, via de haven van Marseille, Narbonne en die van het Iberisch schiereiland vanwaar de garum kwam, de beroemde en veelgebruikte vissaus die overvloedig aanwezig was in de keuken van de rijke Romeinen.

Immigranten uit Ostia in Turris
Slechts van enkele personen die in Turris Libisonis worden vermeld kennen we hun geboortestreek of stad. Daarentegen verwijzen relatief veel familienamen, met name na de Severiaanse periode (3e eeuw na Chr.), naar de havenstad Ostia. 

                             Figuur 7: Tekening van grafinscriptie                                                     Figuur 8: Grafinscriptie

Zo kennen we ene Rutilius Ostesis (=Ostiensis) uit een inscriptie geplaats door zijn zoon Amantius (fig. 7). De familie zou later de top van de aristocratie in Turris bereiken. Of een zekere Cerdo, slaaf van L(ucius) Veratius, die werd begraven in Turris Hermeros, ab Ostia; zijn patroon kan wellicht worden geïdentificeerd met een gelijknamige burger uit Ostia die bekend is van een titel die bewaard is gebleven in Civitavecchia.
De inscriptie werd opgedragen door een metgezel van de overledene, Iuvenalis, slaaf van M(arcus) Iulius Genialis, waarschijnlijk ook uit Ostia (fig. 8).
Zo zijn er nog talrijke andere voorbeelden te geven. Het is dan ook duidelijk dat belangrijke burgers van Ostia zaken deden in de haven van Turris en in het vruchtbare achterland dat werd bevloeid door de Rio Mannu, en dat gebruikt werd voor intensieve graanteelt, bestemd voor de graanvoorziening van de hoofdstad Rome (Sardinië werd, samen met Sicilië en Afrika, al in de tijd van Cicero beschouwd als een van de tria frumentaria subsidia rei publicae, een van de bronnen van graanvoorziening voor de publieke annona15).
Turris Libisonis is een van de Sardijnse steden die in de Romeinse tijd vooral verbonden lijkt met het platteland en fungeerde als verzamelplaats voor producten die bestemd waren om buiten het eiland op de markt te worden gebracht.
Op de een of andere manier houdt het ook verband met de ontwikkeling van de mediterrane handel, die gebruik kon maken van de haven aan de monding van de Rio Mannu. De schaarse verstedelijking van het noorden van Sardinië bevorderde de ontwikkeling van een latifundistische economie (grootschalig landbouwbedrijf, bewerkt door slaven), gebaseerd op de graanmonocultuur, die de tewerkstelling van talrijke knechten vereiste. Er verschenen dan ook talrijke boerderijen en rustieke agglomeraties rondom de stad. Sommige van deze villa’s, ruim en voorzien van spa’s zijn bij opgravingen tevoorschijn gekomen. Sommige met prachtige mozaïeken.
De heuvels werden waarschijnlijk gebruikt voor veeteelt waaronder varkens voor de, in de late derde eeuw na Chr, gedocumenteerde export van caro porcina (gezouten varkensvlees).
Figuur 9: Domus di Orfeo. Romeinse villa met vloermozaïeken 16.
Naast de overzeese handel van en naar Sardinië moet Turris Libisonis een verplichte aanloophaven zijn geweest, vooral voor de schepen die vanuit Gallia Narbonense en dus vanuit Marseille, voortgedreven door de mistral, Plinius' Circius, Ostia wilden bereiken.
Hetzelfde kan gezegd worden van de schepen die vanaf het Iberisch schiereiland de route van de Balearen en de Straat van Bonifacio naar Ostia volgden.
Het Sardijnse en Afrikaanse graan werd vervolgens opgeslagen in de grote horrea van Ostia en Rome, om het hele jaar door gebruikt te worden.
Figuur 10: Grandi Horrea – restanten van het grote graanpakhuiscomplex in Ostia.

 

Figuur 11: Reconstructie van de haven in Rome met pakhuizen en het grote (witte) complex, de ‘Horrea Galbana’.17

  

Figuur 12: De brug over de Rio Mannu 19

De rivier speelde een belangrijke rol in de economische ontwikkeling van het westelijke gebied, als een verbindingsroute naar het achterland van waaruit metaal en graanproducten werden aangevoerd.
De brug over de Rio Mannu was een van de eerste infrastructuren die werd aangelegd en verbond Turris met de weg naar de Nurra18.
De brug is ca. 135 meter lang, ca. 8 meter breed en bestaat uit 7 ongelijke bogen die van west naar oost aflopen. De pijlers hebben uitlopers voor de breking van de waterstroom en ter bescherming van het bouwwerk. De middelste pyloon heeft er geen.
Recent onderzoek in de rivierbedding heeft een structuur van ongeveer 18 meter lengte en een hoogte van 2 meter ontdekt op een diepte van 50 cm. Wellicht moeten we hier denken aan een kunstmatige oever of een aanlegwal.
Bij opgravingen in 1965 werd onder de laatste 4 oostelijke bogen ook al een plaveisel aangetroffen.

Opgravingen in de oude stad

Figuur 13: Havengebied van Porto Torres


Tussen de 1e en 2e eeuw na Chr. zien we veel bouwactiviteiten in het gebied ten oosten van de Rio Mannu, bij de ingang van de stad via de brug over die rivier en in de zuidoostelijke buitenwijk. Waarschijnlijk lagen er oorspronkelijk necropolissen in die zuidoostelijke gebieden (zie figuur 3). Er lijkt sprake te zijn van een nieuwe stadsplanning, met nieuwe wegassen die de allereerste stadsindeling verbinden met de oostelijke uitbreidingen.

Figuur 14: Beeld gevonden in Turris Libisonis20
Tussen het einde van de 2e en 3e eeuw werd er in het westen, deels parallel aan de loop van de rivier, een muur gebouwd.
Tijdens de bouw voor een nieuwe haven in 2006 en vooral door de afbraak van de vuurtoren pier kwamen er diverse Romeinse constructies tevoorschijn die vaak gebouwd waren met kalkstenen ashlar blokken (ruwe, tot vierkante blokken verwerkte stenen), kalk, mortel en trachietplaten.
Tussen de restanten van de constructies vond met vele bronzen munten, fragmenten van transport-amforen, delen van zuilen, keramiek en marmeren epigrafen uit de Romeinse periode. Verder zijn er, samen met de overblijfselen van monumentale gebouwen, enorme stenen boogconstructies, marmeren muurbekledingen, kapitelen, zuilen en drie fragmentarische standbeelden zonder hoofd gevonden.

Marinella
In 1964 hebben er opgravingen plaatsgevonden ten Noorden van de brug over de Rio Mannu, op de locatie Marinella (zie figuur 13.1). Op een heuveltje bij de rivieroever vond men gietvormen voor de fabricage van olielampen die gedateerd kunnen worden tussen het einde van de 1e eeuw na Chr. en het einde van de 2e eeuw na Chr. Kennelijk was deze plaats bestemd voor ambachtelijke productie.

De Westpier

Figuur 15: Put in zuid-oost sector22

Bij de westpier (figuur 13.3) werden in 2009 twee putten gevonden die verbonden waren met een zoetwaterdistributiesysteem. Het archeologische materiaal is van bijzonder belang, omdat het kan worden geplaatst in de chronologische tijdspanne tussen het einde van de 2e eeuw voor Christus en de 1e eeuw na Christus.

Maritiem Station – La Piccola
In het gebied dat bekend staat als ‘La Piccola’ (figuur 13.5) vormen drie wegassen een kruispunt en wijzen op een stedelijke herstructurering tussen laat 2e en vroeg 3e eeuw na Chr. Waarschijnlijk naar ontwerp uit de tweede helft van de eerste eeuw voor Chr. Eén van die wegen gaf toegang tot de oude haven. Naast de wegen stonden monumentale fonteinen en openbare en particuliere gebouwen. In de oostelijke sector hadden structuren in opus isodomum21 fases van hergebruik tot er in de 7e eeuw arme graven op werden geplaatst.

 Maritiem station – Belvedere (figuur 13.4)
Op deze locatie bleek dat de ligging van de Romeinse haven niet zo veel verschilde van die van de huidige haven. Tussen de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw werden er hier havenwerkzaamheden uitgevoerd waaronder de bouw van een kalkstenen dok. Dat dok bedekte archeologische lagen uit de keizertijd. Deze Romeinse lagen bevatten onder meer funderingen van kamers die konden worden verwarmd en waarvan een deel was bedekt met polychrome mozaïekvloeren en geometrische decoraties.

Figuur 16: 19e -eeuwse kade met daaronder de restanten uit de 1e eeuw na Chr. (naar Gasperetti)

In de zomer van 2010 werd er, voorafgaand aan de bouw van een nieuwe haventerminal voor de verbinding tussen het Maritiem Station ‘La Piccola’ en de Belvedère, ter plaatse eerst nieuw opgravingsonderzoek gedaan. Allereerst moest het gebied worden ontdaan van ophopingen van vuil en slordige en chaotische eerdere opgravingen, waardoor grote delen van de onderliggende en aangrenzende archeologische structuren en stratigrafische sporen waren verstoord of vernietigd. Ook bouwactiviteiten sinds het einde van de 19e eeuw hebben de archeologische context die oorspronkelijk kenmerkend was voor de locatie, dicht bij de kustlijn naast het havenbassin, ernstig aangetast. Dit gegeven, samen met een continue en onstuitbare stijging van het water, maakte het onderzoek zeer complex.
Figuur 17: Locatie (area 1000 en area 2000) van de opgravingen uit 2010

Het onderzoek werd georganiseerd in twee gebieden, gebied 1000 (westelijke sector), en gebied 2000 (oostelijke sector), beide gekenmerkt door de aanwezigheid van antieke structuren.
In area 1000 werden de reeds genoemde delen van het gebouw met verschillende kamers gebouwd in opus pseudo-isodomum23, weer blootgelegd.
Naast diverse nieuwe delen van verkeersaders vond men in area 1000 ook de tanks en leidingen van het zoetwatersysteem.
In area 2000, aan de oostzijde, was de moderne schade dieper en omvangrijker waardoor bijna alle antieke restanten uit de Romeinse tijd waren weggevaagd. Hier zijn alleen enkele stratigrafische sporen en een deel van een rijweg, waarvan geïsoleerde straatstenen in een niet-originele positie lagen, bewaard gebleven.
Het hele gebied laat een verdere stedelijke uitbreiding van de oude Romeinse stad zien, met delen van structuren die divers zijn van vorm en functie. Sommige kunnen worden toegeschreven aan monumentale gebouwen. Deze waren soms van openbare aard en weer andere werden gebruikt voor producties. Op grond van hun talrijke technische en functionele kenmerken, waren er diversen bedoeld voor havenfaciliteiten.

De haveninfrastructuur uit de tweede helft van de 2e eeuw en de 3e eeuw na Christus werden in de daaropvolgende fase gebruikt als burgerwoningen, waarbij hun essentiële structurele onderdelen werden hergebruikt, ontdaan van de muur- en vloerbedekking waarmee ze in de eerste fase waren uitgerust.

Figuur 18: Kan van Terra Sigillata Africana25

Ten slotte werden de voormalige gebouwen die al lang geen functie meer hadden en al deels ontmanteld waren tijdens de 5e en 6e eeuw na Chr. gebruikt als een nieuwe sector van de necropolis. Er werden tijdens dit onderzoek in de diverse aardlagen en graven ook tal van artefacten gevonden  die kunnen worden herleid tot zowel producten uit lokale werkplaatsen als geïmporteerde: tafelgerei van keramiek in Afrikaanse Sigillata, munten, gouden en decoratieve grafgiften van terracotta en Italiaanse terra sigillata24, als overblijfsel van het vroegste gebruik van het gebied.
Ook de ontdekking van twee stukken verkeersader zijn van bijzonder belang. Zij vormen de aanvulling op de ontwikkelingen van het bekende oude wegennet die teruggaan tot het einde van de 2e -3e eeuw na Chr.

 

Figuur 19: Piazza Colombo- De kademuur van de oude Darsena.
Op de Piazza Colombo (figuur 13.6) vond men bij opgravingen diep onder het gebouw dat werd gebruikt als hoofdkwartier van de havenmeester, een deel van een oude, uit blokken opgebouwde kademuur van het oude Darsena26, die zeker uit de Romeinse tijd stamt. De bijbehorende stratigrafie dateert het tussen het einde van de 2e en 6e eeuw na Christus. Op de Corso Vittorio Emanuele, vlak bij de haven werd bij opgravingen in de jaren 70 van de twintigste eeuw de restanten van de muren van de horrea gevonden die gebouwd waren in de derde eeuw na Chr. De horrea werden verwoest door de bouw van de muur uit de tijd van de Vandalen.
Op de Piazza del Comune , op korte afstand van de horrea en de haven, kan het forum worden geïdentificeerd op het ontmoetingspunt van de cardo (laatste stuk van de weg die Cagliari met Turis verbond) en de decumanus komende vanaf de brug die aan de rand van de stad, het water van de Mannu-rivier kruist.  

 

 

 

Figuur 20: Piazza Colombo en haven eind 19e eeuw.

 

BEZIENSWAARDIGHEDEN VAN DE ROMEINSE STAD
Alhoewel inscripties spreken over opmerkelijke monumenten zijn er tot nu toe weinig van geïdentificeerd: een tempel van de godin Fortuna, een basiliek met een hof versierd met zes zuilen, die kennelijk werd gerestaureerd in de 3e eeuw. AD en een reservetank voor water gebouwd op kosten van een magistraat van de kolonie.
Uit de archiefgegevens kunnen we ook het bestaan afleiden van een gebouw voor spektakels aan de noordkant van een van de heuvels met uitzicht op de kustlijn op korte afstand van het forum: een theater of een amfitheater.
De enige sporen van het aquaduct zijn niet zo lang geleden gevonden brokstukken en diverse namen die herinneren aan het aquaduct langs de oude route (parallel aan de huidige SS 131) waarlangs het water naar de Romeinse kolonie werd gebracht.
Tijdens het vroeg imperiale tijdperk werden woningen gecreëerd in een gebied dat later werd hergebruikt door verschillende thermale baden: de centrale baden, de Maetzke-baden en de Pallottino-baden, die tussen 1940 en 1960 aan het licht kwamen. Er werd ook een wateropvangbassin gebouwd om in de belangrijkste spa-faciliteiten te kunnen voorzien.

De centrale baden

Figuur 21: Centraal badhuis27
De Centrale Baden vormen zeker het meest imposante gebouw op het archeologische park van Porto Torres. De buitenmuren van het gebouw staan deels nog overeind. Dit specifieke complex wordt soms ten onrechte geïdentificeerd als "Palazzo di Re Barbaro", naar de naam van een voormalig gouverneur van het bisdom Corsica en Sardinië.
De baden hebben een rechthoekige indeling, bestaande uit acht kamers, begrensd door een portiek en een oudere cryptoporticus, met muren in opus vittata, dat wil zeggen met de elegante afwisseling van bakstenen en blokken tufsteen, kalksteen, evenals bakstenen gemengd met grote tegels, terwijl de fundering bestaat uit kalksteenblokken.
Figuur 22: Centraal badhuis – Frigidarium28

De toegang tot de op het noorden gelegen baden werd voorafgegaan door een trap die naar een rechthoekige portiek leidde, gevolgd door het frigidarium (de ruimte voor koude baden). Deze was uitgerust met twee bassins met mozaïekvloeren, een apodyterium (kleedruimte) en het tepidarium (ruimte met lauwwarme baden), van waaruit men verder kon naar de drie calidaria (ruimte voor warme baden). Het geheel dateert uit het einde van de derde eeuw na Chr. en het begin van de vierde eeuw.
Bij opgravingen uitgevoerd in de zuidoostelijke sector van de baden uit de 3e eeuw bleek dat het hele thermische complex deels ontwikkeld was op een dijk, bovenop een ander, eronder liggend badhuis uit de 2e eeuw, dat op zijn beurt weer op een nog ouder complex uit de 1e eeuw was gebouwd.
Verbonden met het centrale complex is er een indrukwekkende aanwezigheid van mozaïeken gevonden. Ook deze dateren uit het einde van de 3e en het begin van de 4e eeuw na Christus. Zij maakten deel uit van een uitgestrekt gebied dat bestemd was voor gebouwen voor openbaar gebruik.

Badhuis van Maetzke

Figuur 23: Terme van Maetke29
De thermale baden van Maetzke, liggen ten oosten van de spoorlijn en zijn niet volledig uitgegraven. Zij werden gebouwd tussen het einde van de 1e en het begin van de 2e eeuw na Chr, als terrassen van kalksteenblokken op de helling van Colle del Faro. Er is alleen nog maar een zaal met een apsis van over, waarschijnlijk een calidarium.
Ze ontlenen hun naam aan hun vinder en vormen het meest oostelijke deel van het thermale complex.

 

Het Pallottino badhuis
Over dit badhuis meldt het Museo Archeologico Nazionale Antiqarium Turritano e Area Archeologica: “Dit kleine thermale complex werd in de jaren 1930 opgegraven door de archeoloog Doro Levi, directeur van de Superintendency van Sardinië tot hij in 1938 als jood uit zijn functie werd ontheven in toepassing van de fascistische rassenwetten. Hij werd toen vervangen door de archeoloog Massimo Pallottino, naar wie de baden en het nabijgelegen peristylum (overdekte portiek) werden vernoemd.
Van de baden, die ook openbaar waren, zijn de drie kamers van het 'caldarium', 'tepidarium' en 'frigidarium' bewaard gebleven; hier leidden drie treden naar een vierhoekig mozaïekbad dat nog steeds goed bewaard is. Het complex wordt gedateerd, op basis van de mozaïeken die de vloeren versieren, tussen het einde van de 3e en het begin van de 4e eeuw na Christus.
In het 'tepidarium' zijn de overblijfselen van het instorten van een deel van de muren en gewelven, die de vloer zwaar beschadigden, nog steeds te zien. Een deel van de muren is pas in de afgelopen jaren weer opgebouwd. Het golvende patroon van de vloer is te wijten aan de aanwezigheid van 'sospensurae' (opgestapelde stenen die de vloer verhoogden waardoor hete lucht de ruimten verwarmden).
Opgravingen in de afgelopen jaren hebben achter het 'caldarium' een reeks structuren blootgelegd die waarschijnlijk te maken hadden met watervoorziening en verwarming”.

Figuur 24: Ingestorten muren en gewelf in het Pallottino badhuis 30

Tussen het ‘Antiquarium Turritano’ (Archeologisch museum van Porto Torres) en de Centrale baden zijn restanten gevonden van bewoning; insulae (woonblokken) en tabernae (winkels). Een deel hiervan is te zien in het museum. De gebouwen worden omsloten door straten geplaveid met vulcanietplaten.

 

Figuur 25: Mozaïekvloer in de ‘Domus del Orfeo’

  

Figuur 26: Vloermozaïek in badhuis

 

  • Bronnen
  • - www.romanoimpero.com/2014/02/turris-libisonis-sardegna.html
  • - Tito Livio – Ab Urbe condita libri
  • - Attilio Mastino, Cinzia Vismara - Turris Libisonis – 1944
  • - Arrilo Mastino, Popolazione e classi sociali a Turris Libisonis i legami con Ostia 1984
  • - Attilio Mastino, Turris Libisonos in età romana - 1992
  • - Ettore Pais, A. Mastino - Geschiedenis van Sardinië en Corsica tijdens de Romeinse periode - Iusso - 2000
  • - Gabriella Gasperetti - Resti di infrastruttue portuali della Colonia Iulia Turris Libisonis (Porto Torres) 2021
  • - Antonella Pandolfi, Daniela Deriu, Luca Angius – Terminal Portuale 2010
  • - Antoni etta Boninu, Antonella Pandolfi – Porto Torres Colonia Iulia Turris Libisonis, archeologia Urbana 2011
  • - Wikipedia

  • noten
  • 1: Zie artikel ‘Imitatio et Aemulatio’
  • 2: Gaius Plinius Secundus maior (23 – 79 na Chr.), Romeins militair, letterkundige, amateur-wetenschapper, historicus en natuurfilosoof.
  • 3: Plin. Nat. III.13
  • 4: Foto Wikipedia (Gianni Careddu)
  • 5: Slag tijdens de Romeinse burgeroorlog (49-45 voor Chr.) tussen Julius Caesar en Pompeius.
  • 6: De vier officiële door de zesde koning van Rome, Servius Tullius, benoemde oudste stadsdelen van Rome.
  • 7: Turrem Libysonis: het eerste deel is het mv. van ‘toren’ en verwijst waarschijnlijk naar prehistorische torens die er stonden; het tweede deel verwijst naar Lybia, de vroeger naam van de Afrikaanse noordkust, waarmee het eiland in het verleden een relatie had.
  • 8: Plin. Nat. III,85
  • 9: Foto – naar tekening uit lezing Gabriella Gasperetti.
  • 10: Foto uit lezing Gabriella Gasperetti.
  • 11: Letterlijk: ‘Bestuurder van de wal’.
  • 12: Kleine vierkante steentjes.
  • 13: Romeins vrachtschip (van het Latijnse woord ‘onus’ wat o.a. vracht betekent)
  • 14: Zie artikel 'Overzeese-handel'.
  • 15: De annona was de keizerlijke dienst die verantwoordelijk was voor het toezicht op de levering van belangrijke voedingsmiddelen aan de stad Rome en het leger. De dienst hield zich voornamelijk bezig met graan, maar raakte ook steeds meer betrokken bij de bevoorrading van andere producten, zoals olijfolie, wijn en varkensvlees. Tegen het einde van de 3de eeuw was de annona een complexe machinerie met particuliere en openbare agenten in verschillende delen van het rijk.
  • 16: Foto Gianni Careddu (Wikipedia)
  • 17: Tekening Jean-Claude Golvin.
  • 18: Landstreek ten westen van Turris.
  • 19: Foto Wikipedia - Daniel Cualbu
  • 20: Beeld van Cautopates, één van de helpers van de perzische zonnegod Mithras die met name zeer populair was bij Romeinse soldaten. Beeld uit de derde eeuw na Chr. gevonden in het Centrale badhuis in Turris Libisonis- foto: Museo Archeologico Nazionale Antiquarium Turritano e Area Archeologica.
  • 21: Gebouwd met Ashlar blokken van dezelfde hoogte.
  • 22: Foto: Uit artikel Gasperetti (Sassari 1979) 2e eeuw na Chr.
  • 23: Opus pseudo-isodomum - gemetselde vierkanten blokken van gelijke hoogte maar van variabele lengte.
  • 24: Terra sigillata – (Latijn) gestempeld aardewerk
  • 25: Kan uit Porto Torres (2e-3e eeuw na Chr.) - Museo Nazionale Antiquarium Turritano
  • 26: Reparatiehaven en dok.
  • 27: Foto – Gianni Careddu (Wiki)
  • 28: Foto – Carole Raddato
  • 29: Foto - Ministero della Cultura
  • 30: Foto – Gianni Careddu (Wiki)
  • 31: Foto – lanuovasardegna.it
  • 32: Foto2023 (Wiki)

 

 

 

Waardeert u ons werk?

Wordt lid van Roman Ports en ontvang het boek of doe een donatie!

Wordt lid en steun ons
Recente artikelen & projecten

De teruggevonden vloot van Pisa

De teruggevonden vloot van Pisa

 

In 1998 werd bij toeval een ongelooflijk archeologisch erfgoed ontdekt in de buurt van het station Pisa San Rossore....

Lees meer...

Leptiminus

Leptiminus

Op de plaats van het huidige Lamta aan de oostkust van Tunesië lag al in de oudheid een havenstad met de naam Leptis Minor ....

Lees meer...

Romeins Zeehandelsrecht

Romeins Zeehandelsrecht

 

Het Romeinse recht is het fraaiste monument dat Rome aan West-Europa heeft nagelaten....

Lees meer...

Sullecthum (Salakta)

Sullecthum (Salakta)

In de Sahel, in de Tunesische provincie Madhia vinden we aan zee het kleine stadje Salakta....

Lees meer...

Colonia Julia ad Turrem Libisonis

Colonia Julia ad Turrem Libisonis

.....waarschijnlijk gesticht door Julius Ceasar in het noord-westen van Sardinië.

Lees meer...
Laatste nieuws

About Roman Ports

Amor and PsycheWe are committed to providing versions of our articles and interviews in several languages, but our first language is English.

Please become a member of the Facebook group, which is our main communication platform. There you can learn about upcoming events and items of interest, post your own photos, or share any stories or general questions you may have.

If you have specific questions about our organisation, questions about financial issues, if you would like to assist in the production of our online magazine, or if you have specific requests or ideas for content, use our contactform below. You can contact us in any language!